De uitkeringen worden beschouwd als een vervangingsinkomen, de bedrijfsvoorheffing bedraagt slechts 11,11% tijdens de primaire periode van arbeidsongeschiktheid (1ste jaar) en er is geen bedrijfsvoorheffing nadien (periode van invaliditeit). 

Je dient de uitkering wel te vermelden op je belastingaangifte (Deel 1, Vak IV C). Vervangingsinkomsten genieten van een belastingvermindering. Deze vermindering is in functie van de andere gezinsinkomsten.

Maar finaal betaal je gewoon personenbelasting op de uitkering en wordt een gewaarborgd inkomen belast zoals andere beroepsinkomsten.

De nummers van de fiches :

  • 281.12 voor de ziekte-uitkeringen

  • 281.14 voor aanvullende ziekte-uitkeringen of uitkeringen bij ongeval

De bedragen vermeld op de fiches, die u moet overbrengen op de aangifte, zijn de 'belastbare brutobedragen'. Deze omvatten niet de sociale zekerheidsbijdragen, maar wel de bedrijfsvoorheffing. 

Voorbeeld:

  • Je wordt arbeidsongeschikt in oktober en geniet 2 maanden van een uitkering gewaarborgd inkomen van 1.000 euro plus uitkering sociale zekerheid van 1.200 euro. (Eerste maand wachttijd en ontvang je niets). Van januari tem september had je een inkomen van 3.500 euro bruto per maand.  Al deze inkomsten zal je moeten aangeven het jaar nadien en je zal progressief hierop personenbelasting betalen. Totaal van 9 * 3.500 euro + 2 * 1.000 euro + 2 * 1.200 euro = 35.900 euro.

  • Het jaar nadien ben je een gans jaar arbeidsongeschikt, dus een uitkering van 12 * 1.000 euro + 12 * 1.200 euro = 22.000 euro. Hierop wordt een belastingvermindering toegepast, eventueel personen ten laste en tenslotte de tarieven van de personenbelasting (maar op dit bedrag zal dit niet veel bedragen).

Vraag een offerte of advies

Vraag vrijblijvend een adviesgesprek

Wilt u een update van uw financiële situatie? Of wilt u wat meer informatie?

Dan kan u ons bereiken voor een vrijblijvend adviesgesprek.

Een afspraak maken
MySavings Life Insurance Made Easy